Voedingsvezels zijn belangrijke stoffen voor een gezonde spijsvertering en stoelgang. Ze zijn nodig voor een goede darmwerking en ontlasting. Je darmflora eet wat jij eet, ze kunnen niet anders. Dus het is heel belangrijk voor een goede samenstelling van de gezonde darmbacteriën. Deze darmbacteriën spelen een grote rol in het gezond houden van je lichaam. Door de juiste voedingsmiddelen te eten kun je de groei van deze gunstige bacteriën stimuleren zoals de lactobacillen en bifidobacteriën. Uit onderzoek blijkt hoe meer ontlasting je dagelijks hebt hoe minder de kans op darmkanker.

Vezels kan je verdelen in 2 soorten en ze hebben alle 2 hun eigen functie.

Oplosbare vezels worden afgebroken in de dikke darm door bacteriën die in de darm leven. Het is officeel geen voedingsstof omdat de vezels niet worden opgenomen maar na de fermentatie door de darmbacteriën ontstaan er stoffen (korteketenvetzuren) die je darmen wel kunnen opnemen zoals boterzuur (butyraat). Fermenteerbare vezels zijn dus voeding voor de goede bacteriën die in jouw darm leven. Het grootste deel van het boterzuur gaat naar de darmbacteriën zelf en is hun belangrijkste energiebron om hun taken uit te voeren voor jouw gezondheid. Ze zorgen voor het herstel van je darmcellen maar ook voor de groei van de bifido en lacto soorten.Hoe meer van deze bacteriën in je darmen groeien hoe beter voor je gezondheid en weerstand. Ze stimuleren de werking van je darmen door de darmbacteriën te voeden. Het wordt ook wel prebiotica genoemd.Ze leveren een klein beetje energie .Ze komen vooral voor in fruit ,groente en peulvruchten. Tevens kunnen ze de opname van mineralen bevorderen.

Onoplosbare vezels worden niet afgebroken door de bacteriën. De belangrijkste functie is het geven van volume aan je darmwand wat weer bevordelijk is voor de stoelgang. Onoplosbare vezels zorgen voor een voller gevoel waardoor je langer verzadigd blijft. Ook zorgen ze voor een natuurlijke reiniging doordat de darmwand als ware schoon wordt geborsteld en daardoor ook de afvalstoffen en gifstoffen mee worden genomen. Ze komen met name voor in granen/pseudo-granen, groenten, noten en zaden.

Top 20 van vezelrijke voedingsmiddelen zijn:

Lijnzaad, chiazaad, gedroogde pruimen, tahin, amandelpasta, witte bonen, boekweit, pistachenoten, zwarte bonen, pompoenpitten, havermout, linzen, avocado, frambozen, guave, bramen, doperwten, kakifruit, granaatappel en groene bladgroenten.